Geroepen (7): echtpaar Quatrocci
VERVOLG OP ARTIKEL IN RONDOM DE KERK 13.7, bladzijde 3:
“De dag begon met de Mis en de Communie”, vertelde Maria, “Na de Mis zeiden we elkaar gedag, alsof de dag nu pas echt begonnen was. We kochten de krant, gingen naar huis, hij om te werken, ik voor mijn bezigheden. Ieder met zijn eigen taak, maar met de aanwezigheid van de ander in het hart. We ontmoetten elkaar weer bij het avondeten. Met veel vreugde zag ik naar hem uit, wanneer ik hem de sleutel in het slot hoorde steken en zegende elke keer de Heer uit heel mijn hart. We praten, het waren serene gesprekken vrolijk en olijk, hand in hand. We spraken over van alles. Zijn opmerkingen ware altijd scherpzinnig.” Mariadevotie en gastvrijheid waren de kenmerken van hun huis aan de Via Depretis 86, in Rome. “Een arme die aanklopte werd gezien als een zegen.”
De keuze voor het leven
Drie kinderen zijn geboren en de vierde is op komst. Maar in de vierde maand van de zwangerschap constateerde de artsen een complicatie, placenta praevia, een verkeerde ligging van de placenta. Dat kon levensbedreigend zijn voor de moeder. De artsen raadden aan het kind te laten aborteren, om tenminste het leven van de moeder te redden. Maar Luigi en Maria wezen dit unaniem af. Vier maanden bleef Maria bed houden en op 6 april 1916 werd Enrichetta geboren. Zij, het kind dat volgens de artsen niet geboren had mogen worden, zou voor de beide ouders blijven zorgen tot aan hun dood.
Wat jaren later legden Luigi en Maria samen privé Geloften af aan hun geestelijk leidsman. Hij was 46 en zij 41. Deze persoonlijke geloften aan de Heer omvatten ook het afstand doen van de lichamelijke huwelijkse betrekkingen. Hun geestelijk leven bleef zo in het teken staan van een openheid naar God en een beschikbaarheid voor Zijn Wil.
Een Huiskerk
De ouders leerden hun kinderen het persoonlijk gebed en vertrouwen op Jezus en Maria. Ze gaven hun mee nooit te oordelen, maar mild te zijn met kritiek. In de oorlog hielpen ze Joden en anderen die vervolgd werden. “Zij maakten van hun gezin een echte huiskerk, open voor het leven, voor het gebed, het getuigenis van het Evangelie, het apostolaat in hun leefwereld, voor de solidariteit met de armen en voor de vriendschap,” aldus de postulator van het zaligverklaringsproces.
Na de oorlog werkten ze mee aan de wederopbouw van Italië, werden lid van de Derde Orde der Franciscanen en begeleidden zieken naar Lourdes of Loreto. Luigi zei: “We moeten onze religieuze overtuiging niet verbergen, we moeten er openlijk van getuigen, vooral door onze daden, en wanneer dat mogelijk is, ze uitleggen aan hen die onze woorden nodig hebben.” Een bekeerde vrijmetselaar vertrouwde één van de zonen toe: “Je vader heeft me nooit lastig gevallen met preken. Het is door zijn wijze van leven dat ik God heb leren kennen.”
Echtparen die in moeilijkheden waren gekomen, konden altijd bij Maria terecht. Een neef getuigt, hoe Maria “met een geweldig psychologisch aanvoelen en uiterste beschikbaarheid, aan ieder raad en troost gaf.” Maar bij dit alles was er tijd voor sport en vakanties aan de zee of in de bergen.
Van elkaar houden in Christus
Op 5 november 1951 was het hele gezin bij elkaar. De gezondheid van pa was niet al te best, zijn hart had al verschillende waarschuwingen gekregen. Op 9 november overleed hij aan een hartaanval. Voor Maria was dit een “onmetelijke smart.” Ook al was het een sterven “van een rechtvaardige, bevestigd door de onveranderlijke serene uitdrukking op zijn gelaat.” Maria zou hem 14 jaar later volgen. Ze overleed op 26 augustus 1965 ook aan een hartaanval. Vlak daarvoor had ze aan haar kinderen geschreven: “Met papa, we zullen jullie van daar boven af zegenen, we zullen dicht bij jullie zijn met heel onze liefde.”
Paus Johannes Paulus II zei bij de zaligverklaring dat zij “het gewone leven op een buitengewone wijze” hadden geleefd. Samen zijn ze de weg van de heiligheid gegaan. In de teksten van de Huwelijksliturgie wordt gezegd dat bruid en bruidegom elkaar “in Christus” huwen. Zo hebben zij geleefd. Luigi en Maria laten zien, dat er absoluut geen tegenstelling bestaat tussen een grote onderlinge liefde en de liefde tot God. Zorg hebben voor de kinderen vraagt veel, maar verwijdert nooit van de Heer. ‘In Christus’ kunnen gehuwden zo hun roeping beleven. Sommigen hebben dat op een heilige wijze gedaan.
Door Jeroen Smith pr.