Rondom de Kerk

Leiden, Leiderdorp,
Stompwijk & Zoeterwoude

Thomas a Kempis – interview met Frits van Oostrom

Literatuurhistoricus prof. dr. Frits van Oostrom  noemt ‘de Navolging van Christus’ een uniek en vernieuwend boek. En hij pleitte al in 2013 voor een “grootschalig en tot de verbeelding sprekend onderzoeksproject met Europese uitstraling”. Het is helaas nog niet van de grond gekomen. “Maar wat niet is, kan nog komen.”

“Laat ons toch vredig naar de hel gaan.” Dat schijnt een zwaar geïrriteerde Zwolse magistraat, Geert Groote, voorman van de ‘Moderne Devoten’ ooit te hebben toegebeten. Van Oostrom, hij is als hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht gespecialiseerd in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen, haalt het verhaal met genoegen aan. Het armoede-ideaal van de “schathemelrijke” Geert Groote werkte de autoriteiten klaarblijkelijk danig op de zenuwen. Zijn beweging ging dan ook iets heel nieuws, om “op God gericht leven, maar dan midden in de wereld, in gewone burgerhuizen in de stad, en zonder andere gelofte dan de afspraak met elkaar.” Het verhaal laat voor Van Oostrom ook zien hoe vrij de groep kon opereren in Deventer, haar ‘geboorteplaats’, en daarbuiten: “Niemand kon ze iets maken. De Devoten vormden een prima georganiseerde groep, en mede daardoor konden ze een enorme betekenis krijgen. 

Internationale boekcultuur op hoger peil

Een van hun grote verdiensten is dat ze de internationale boekcultuur op een hoger peil brachten, nog vóór de boekdrukkunst. Ze zorgden voor meer, maar vooral ook voor betere boeken, ook in de volkstaal. Sterker nog, boeken waren het kloppend hart van hun beweging. En ‘De Imitatione Christi’, ‘Over de Navolging van Christus’ van Thomas  a Kempis is het mooiste voorbeeld van zo’n boek.“

De ‘Navolging’ is een erg vernieuwend boek: “Opvallend is  dat het geen klassiek doorgecomponeerd traktaat is. Het is veeleer samengesteld en samengelezen, ook in de zin van bloemlezen, bloemen lezen, selecteren. Thomas a Kempis is dan ook minstens evenzeer de samensteller als de schrijver. Veelzeggend is zijn opmerking: ‘Vraag niet wie dit heeft gezegd, maar heb aandacht voor wat wordt gezegd’. (Navolging I, 5, 6). Ik vergelijk het graag met de open en anonieme tekstcultuur die we nu zien op internet. Net als bij Thomas zijn de citaten soms anoniem, zonder bron. Zijn boek is dan ook geen betoog meer: het lijkt wel wat op een blokkendoos van opgestapelde ideeën. Misschien is dit ook wel de toekomst. Misschien heeft het hechte doortimmerde boek met zijn strenge structuur zoals we dat nu kennen wel zijn langste tijd gehad.”

Moderne Devotie, invloedrijke spirituele hervormingsbeweging

De Moderne Devotie is intussen ‘hot’. Het Nijmeegse Titus Brandsma Instituut noemt deze beweging “de meest invloedrijke spirituele hervormingsbeweging uit de Late Middeleeuwen en het begin van de Moderne Tijd”, en wijdt hier veel onderzoek aan. Nieuwe initiatieven als de Geert Groote universiteit laten zich graag door de Moderne Devotie inspireren. Cultuurhistorici als Herman Pleij gaan nog een stapje verder en zien de Moderne Devotie als essentieel voor het ontstaan van een Nederlandse koopliedenmoraal. Toch lijkt een brede multidisciplinaire aanpak van het onderzoek nog steeds te ontbreken. Er zijn wetenschappers die pleiten voor een codicologische benadering, het fysieke ontstaan van een specifiek boek, bijvoorbeeld als resultaat van het samenvoegen van handschriften of diverse gedrukte katernen, of voor het belichten van de beeldcultuur in de beweging. Maar het ‘grote gebaar’ van de brede studie lijkt tot dusverre uit te blijven. Van Oostrom: “Het resultaat op mijn oproep is bij mijn weten nul. Ik had de hoop gevestigd op regionale burgemeesters, commissaris des konings en het erfgoedcentrum. Maar wat niet is, kan nog komen.”

Toename belangstelling voor de Moderne Devotie

Het lijkt een gemis dat de Moderne Devotie ontbreekt in de Canon van de Nederlandse geschiedenis. Van Oostrom, voorzitter van de commissie die de Canon ontwierp, wijst op het specifieke karakter van de Canon: “Ja, dat klopt. Het had gekund, en misschien zelfs niet misstaan. Maar uiteindelijk hebben we het nagelaten omdat het hier een canon betreft voor het basisonderwijs.”

Opvallend is de toename van de belangstelling voor de Moderne Devotie in de laatste jaren. Van Oostrom vertelde ooit tijdens een lezing hoe hij zelf als student de beweging zag als “een saai en afgegraasd terrein”. Maar dat was toen: “Dat ik dat ik dat toen zo zag was alleen maar vanuit totale onkunde, en gebrek aan eigen religieuze achtergronden.” Glimlachend: “Mea culpa, mea maxima culpa!”

Jury Smit

Frits van Oostrom is Universiteitshoogleraar in Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. In zijn boek Wereld in Woorden, de Nederlandse literatuur van 1300 tot 1400 (2013) besteedt hij veel aandacht aan de Moderne Devotie. Ook was hij onder meer President van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW, 2005-2008) en voorzitter van de commissie die de Canon van Nederland ontwierp.

Geplaatst in: Nieuws
woensdag, 22 februari 2017 22-2-2017